Stel dat je een nieuw deck maakt in Anki om Spaans te leren. Standaard krijg je dan een voorkant en een achterkant (flashcard). Op de voorkant staat wat je wilt leren, bijvoorbeeld het woord ‘amigo’. Achterop staat dan de vertaling ‘vriend’.
Notes zijn in feite groepjes informatie. Bijvoorbeeld landen, met bijbehorende gegevens. Zie plaatje hieronder.
In Anki kan je een excel sheet met notes importeren. In dit geval is een node een land, met bijbehorende hoofdstad, munteenheid en president. Met die notes kan je automatisch verschillende flashcards aanmaken per note.
Per land maak kan bijvoorbeeld je eerste flashcard vragen: wat is de hoofstad van dit land (en dan de naam van het land). Je tweede kaart vraagt dan: wie is de baas van dit land? Wat je vraagt op een kaart kan je zelf instellen. Je kunt dus ook vragen: wie is er de baas in het land waar je met een pond betaalt? Of in welke hoofstad werkt Angela Merkel.
Bij een nieuwe taal leren moet je woorden leren, uitspraak leren, spelling leren, en dan ook nog weer de andere kant op. vriend -> amigo , amigo -> vriend.
Voor het woord (note) amigo zou je op
- kaart 1 de betekenis kunnen leren.
- Op kaart twee de andere kant op.
- Op kaart drie zou je alleen het bestand horen met als vraag: hoe schrijf je dit.
- Op kaart 4 het geluid met de vraag: wat betekent dit woord in het Nederlands?
Dat zijn allemaal losse tussenstapjes die je wilt beheersen.
